Muhanad al-Hasani was voorzitter van een Syrische mensenrechtenorganisatie en trad als advocaat op voor mensenrechtenactivisten. Ook volgde hij de gang van zaken bij het Staatsveiligheidshof en rapporteerde daarover.

Al-Hasani moest zijn werk staken toen hij werd gearresteerd in juli 2009. Tijdens zijn proces woonde L4L in Damascus meerdere zittingen bij; desondanks werd hij werd door de rechtbank in Damascus op 23 juni 2010 veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf voor delicten als het verspreiden van informatie die het nationale sentiment verzwakt en het verspreiden van valse informatie over Syrië in het buitenland. Bovendien startte de plaatselijke Orde een procedure om hem voor het leven van het advocatentableau te schrappen.

In de gevangenis werd hij op 28 oktober 2010 mishandeld door een celgenoot en vervolgens in de isoleercel geplaatst. Na protest van medegevangenen mocht hij weer terug naar een ‘gewone’ cel.

Tijdens zijn detentie werd hij ook meerdere keren geëerd voor zijn werk, onder meer met de Martin Ennals Award, de belangrijkste mensenrechtenprijs, in oktober 2010. Ook ontving hij de Amsterdamse Dekenprijs, eveneens in oktober 2010.

Op 3 juni 2011 werd hij vrijgelaten, maar sindsdien heeft hij zijn werk nog niet weer kunnen oppakken vanwege een disciplinaire procedure tegen hem. In dat verband stuurde L4L een brief aan de Syrische Orde in juli 2011, om hen op te roepen zich aan het beleid van de autoriteiten, die hem amnestie verleenden, te conformeren en de disciplinaire procedure te staken.