Aan de frontlinie van de rechtsstaat

Elles Besselsen en Floor Engelbertink zijn beiden migratierechtadvocaat en actief bij stichting Lawyers for Lawyers

Met grote verbazing lazen wij in het NRC het redactioneel commentaar “Procederen als dekmantel is onethisch gedrag” van 1 mei 2024 over de onrechtmatige strafrechtelijke vervolging van twee migratierechtadvocaten. Dit commentaar ging niet over het misbruik van het strafrecht tegen – voor de overheid onwelgevallige- luizen in de pels maar benadrukte het “onethische gedrag” van deze advocaten die procedures zouden hebben misbruikt.

Wat was er gebeurd? De twee advocaten dienden al enige tijd (los van elkaar en volgens de regels) herhaalde verblijfsaanvragen in voor Turkse ondernemers zonder verblijfsrecht. De Turkse ondernemers mochten die procedures in Nederland afwachten, tot grote frustratie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). De IND vond het misbruik van het recht en deed aangifte van mensensmokkel. De advocaten zouden immers de migranten helpen “hun onrechtmatige verblijf voort te zetten”. Het OM ging over tot vervolging. Onbegrijpelijk, want vanuit deze beredenering bezien zouden alle migratierechtadvocaten een vervolging boven het hoofd hangen. Het OM viel beide kantoren in en nam dossiers in beslag, handelingen die slechts in zeer uitzonderlijke gevallen gerechtvaardigd zouden moeten zijn, vanwege de vertrouwelijke aard van ons beroep. Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat de handelingen ongerechtvaardigd waren en erkende het OM de twee ten onrechte als verdachte te hebben aangemerkt.

Dit hele voorval is schokkend. Als advocaten verbonden aan Lawyers for Lawyers, een stichting die zich inzet voor advocaten wereldwijd die vanwege de zaken die zij voeren, worden vervolgd en bedreigd, benadrukken we nog maar eens het belang van vrije en onafhankelijke advocatuur. Advocaten zijn een essentieel onderdeel van een goed functionerende rechtsstaat. De toeslagenaffaire is hiervan een mooi voorbeeld. Advocaten worden vaak gedemoniseerd en gecriminaliseerd, met name als ze zich met mensenrechten of politiek-gevoelige zaken bezighouden. De manier waarop politici en de media advocaten beschrijven, speelt hierbij een belangrijke rol. In het Verenigd Koninkrijk hebben conservatieve politici zich meermaals negatief uitgelaten over migratierechtadvocaten, wat uiteindelijk leidde tot een moordpoging op een advocaat van Duncan Lewis Immigration Sollicitors. Vergelijkbare retoriek in Nederland is dan ook reden tot zorg. In februari nog verwees de PVV tijdens de begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken 2024 naar ‘activistische advocaten” die “clubjes” helpen om (met geld van de staat) tegen de staat te procederen’.

De media hebben hier ook een verantwoordelijkheid. Voor ons is onduidelijk waarom deze onterechte strafrechtelijke vervolging aanleiding is geweest voor een redactioneel commentaar over “juridische trucs”, “onnodige procedures” en “onethisch handelen”. Daarbij bevat het commentaar onjuistheden.

Zo benadrukte de redactie in het commentaar de gedragsregel dat advocaten voor ogen moeten houden dat een schikking in der minne altijd de voorrang behoeft. Maar er is geen minnelijke schikking in het migratierecht: er is recht op een vergunning of die is er niet. Ook zijn er binnen het migratierecht regels over onnodige procedures: een migrant die procedures ‘stapelt’ of traineert mag hier geen voordeel uitputten. De vraag of in een concrete procedure sprake is van gebruik of misbruik van recht moet worden beoordeeld door de vreemdelingenrechter. De advocaat moet – binnen de grenzen van de rechtsstaat – zich inzetten voor de maximale verdediging van de cliënt. Dit hangt samen met een andere belangrijke gedragsregel van de advocatuur, namelijk partijdigheid. En juist omdat wij als advocaten gebonden zijn aan tuchtrecht, is het onbegrijpelijk dat de IND niet aan de bel heeft getrokken bij de Orde van advocaten als ze vonden dat sprake was van onethisch handelen. Die heeft legio mogelijkheden om handelen te onderzoeken en zo nodig te bestraffen. De verwijzing naar “no cure no pay” bureaus die de “rechtstaat smoren” met hun vele zaken is ten slotte ook misplaatst. Advocaten mogen immers geen prijsafspraken op deze basis maken. En terwijl de schuld van het smoren van de rechtsstaat bij de advocaten wordt gelegd, wordt de onterechte vervolging van advocaten door het OM gekarakteriseerd als een ‘leermomentje’. Deze karakterisering gaat compleet voorbij aan de machtsverhouding tussen de overheid, de advocaat en de migrant.

Uiteindelijk gaat het hier om migratiezaken die de overheid niet bevielen en die aanleiding waren om advocaten vanwege hun werk strafrechtelijk te vervolgen. Hier past verontwaardiging en waakzaamheid, geen voorzichtige instemming door misplaatste kritiek en schadelijke retoriek op de advocatuur. Dit zou juist de journalistiek – ook een luis in de pels en een essentieel onderdeel van de rechtstaat – moeten begrijpen. Samen staan wij immers aan de frontlinie van het verdedigen van de rechtsstaat, iets wat in deze tijden waarschijnlijk noodzakelijker is dan ooit.

 

Related