Abdolfattah Soltani works in Teheran, where he acted on behalf of journalist Akbar Ganji (Ganji exposed the involvement of government officials in the murders of intellectuals and journalists, and was arrested on charges of endangerment of national security) and the family of the Iranian-Canadian photographer Zahra Kazemi, who was tortured and murdered in prison in 2003.

Soltani was arrested in July 2005, a week after saying at a hearing in the Kazemi case that Kazemi had been in the custody of state police when she was murdered, reproaching the authorities and claiming that they were protecting the people responsible. Shirin Ebadi, with whom Soltani worked on the case, was openly threatened that same week by the judicial authorities. On 6 March 2006 Soltani was released on bail.

On 16 July 2006 Soltani was sentenced to prison for five years. Soltani had disclosed secret information from clients he represented in charges of espionage in Iran’s nuclear programme. Neither Soltani nor his lawyers were allowed to attend the hearing. Soltani was subsequently disbarred.

On 28 May 2007 Soltani was acquitted of all charges on appeal. Since then, he has been hindered in other ways. His passport has repeatedly been confiscated by the government. In 2009, this made it impossible for him to travel to Germany to receive the Nuremberg International Human Rights Award.

Following the protests against the victory of Ahmadinejad at the elections of 12 June 2009, Soltani was abducted and taken to an unknown location on 16 June 2009. On 7 April it turned out that he was being held in the notorious Evan prison. The charge concerned the founding of the DHRC in 2002, which was dissolved by the Iranian government in 2006. Soltani was released on bail at the end of August 2009.

On 4 march 2012 the Islamic Revolution Court has condemned Soltani to 13 years in prison. He was convicted on charges of “propaganda against the system”, “participation in founding the Human Rights Defenders Centre”, assembly and collusion against national security” as well as “earning illegitimate assets” through receiving the Nuremberg City’s Human Rights prize in 2009.

Abdolfatah Soltani werkt in Teheran en heeft onder meer de belangen van journalist Akbar Ganji behartigd – Ganji onthulde de betrokkenheid van regeringsfunctionarissen bij moorden op intellectuelen en journalisten en werd gearresteerd voor het in gevaar brengen van de staatsveiligheid – en van de familie van de Iraans-Canadese fotografe Zahra Kazemi, die in 2003 in gevangenschap werd gemarteld en vermoord.

Soltani werd gearresteerd in juli 2005, een week nadat hij tijdens een zitting in de zaak van Kazemi stelde dat Kazemi in handen van staatsagenten was toen zij werd vermoord en de autoriteiten verweet de daders te beschermen. Shirin Ebadi, met wie Soltani deze zaak behandelde, werd diezelfde week openlijk bedreigd door de juridische autoriteiten. Op 6 maart 2006 werd Soltani op borgtocht vrijgelaten.

Op 16 juli 2006 werd Soltani veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf. Soltani zou geheime informatie hebben onthuld van cliënten die hij bijstond wegens aanklachten van spionage van Iran’s nucleaire programma. Soltani noch zijn advocaten mochten bij de zitting aanwezig zijn. Door zijn veroordeling werd Soltani van het tableau geschrapt.

Op 28 mei 2007 is Soltani in hoger beroep vrijgesproken van alle aanklachten. Sindsdien wordt Soltani op andere manieren dwarsgezeten. Zo is Soltani’s paspoort meerdere malen ingenomen door de overheid. In 2009 belette dit hem de Nuremberg International Human Rights Award in ontvangst te nemen.

Als gevolg van de protesten tegen de overwinning van Ahmadinejad bij de verkiezingen op 12 juni 2009, werd Soltani op 16 juni 2009 ontvoerd naar een onbekende plek. Op 7 juli bleek dat hij in de beruchte Evin-gevangenis zat. De aanklacht betrof de oprichting van het DHRC in 2002, welk de Iraanse regering in 2006 heeft ontbonden. Soltani werd eind augustus 2009 op borgtocht vrijgelaten.

Op 4 maart 2012 heeft het Iraanse Hof Soltani een gevangenisstraf van 13 jaar opgelegd. Soltani is veroordeeld voor het “maken van propaganda tegen het regime”, “deelname aan het oprichten van het Human Rights Defenders Centre”, het “ondermijnen van de nationale veiligheid” en het verkrijgen van vermogen op illegale manier, namelijk door het ontvangen van de Nuremberg City’s mensenrechten prijs in 2009.