Egypte L4L spreekt met Ragia Omran
Op 11 januari 2014 sprak L4L met Ragia Omran, een vooraanstaand lid van verschillende organisaties die zich inspannen voor rechtshulp en opkomen voor vrouwenrechtenactivisten.
Mevrouw Omran heeft een netwerk opgericht, bestaande uit onder meer circa 40 organisaties en 100 advocaten, die snel met juridische assistentie kunnen reageren op arrestaties, vanwege deelname aan protesten of om andere politiek redenen. Ze regelen dat een advocaat het politiebureau waar de arrestant vastzit bezoekt en hem of haar op alle mogelijke manieren helpt. Daarnaast verzorgt het netwerk het inzamelen en uitdelen van voedsel, dekens en andere benodigdheden voor deze arrestanten.
Hoewel het netwerk goed vertegenwoordigd is in de steden, is het vinden van voldoende advocaten met de benodigde kennis van mensenrechten op het platteland één van de grootste uitdagingen voor mevrouw Omran. Om die reden probeert ze deze advocaten ook zoveel mogelijk te voorzien van relevante informatie en training, zodat het netwerk ook buiten de steden kan groeien.
Mevrouw Omran legde uit dat onder de huidige grondwet, het beroep van advocaat apart is beschermd. Zo is bijvoorbeeld speciale toestemming vereist om een advocaat te arresteren of een advocatenkantoor te doorzoeken. Hierdoor worden de advocaten niet direct bedreigd vanwege hun mensenrechtenactiviteiten. Dat gezegd hebbende merkt ze wel een toename in het aantal indirecte intimidaties en tegenwerkingen, zoals weigeringen direct contact te hebben met arrestanten in politiebureaus.
Een speciaal gebied van aandacht voor mevrouw Omran zijn vrouwenrechten. Nu vrouwen actiever worden in de Egyptische samenleving en politiek, ziet ze meer en meer arrestaties van, bijvoorbeeld, vrouwelijke demonstranten. Ook denkt ze dat de seksuele intimidatie van vrouwen is toegenomen. Er zijn echter steeds meer groepen die hier tegen in actie komen door aandacht te vragen voor vrouwenrechten en slachtoffers van seksuele intimidatie bij te staan.
Mevrouw Omran is lid van het Front to Defend Egyptian Protesters, welke burgers bijstaat die voor militaire rechtbanken worden gedaagd. Ook is ze lid van de No to Military Trials for Civilians campagne, in 2011 opgezet om rechtshulp te bieden aan arrestanten en te strijden tegen militaire strafzaken tegen Egyptische burgers.
In november 2013 heeft het Robert F. Kennedy Center for Justice and Human Rights (RFK Center) haar 30e jaarlijkse award toegekend aan mevrouw Omran, om haar werk en toewijding aan de mensenrechten in Egypte te eren. De directeur van het RFK Center, mevrouw Kerry Kennedy, roemde dat zij “vaak de eerste is die arriveert in gevangenissen, politiebureaus, rechtbanken en kantoren van militaire – en openbaar aanklagers” en dat honderden vreedzame activisten aan haar hebben te danken dat ze werden vrijgelaten en dat hun recht op vrijheid van meningsuiting en vereniging werden gewaarborgd. Mevrouw Kennedy noemde mevrouw Omran “een baken van hoop voor de vrouwen in Egypte en een voorvechter van de wereldwijde mensenrechtenbeweging.”
Het was een eer en een plezier om mevrouw Omran te ontmoeten en we hopen dat we haar in de toekomst kunnen ondersteunen bij haar werk voor de mensenrechten en de rechtshulp in Egypte.