Iran en Myanmar L4L actief betrokken bij consultatie Mensenrechtenraad
Op 17 maart hebben L4L en Lawyers’ Rights Watch Canada (LRWC) oral statements afgelegd tijdens de 25e sessie van de Mensenrechtenraad, ditmaal met betrekking tot Iran en Myanmar. Sinds L4L in juli 2013 ECOSOC Speciale Consultatieve Status kreeg is zij nog actiever geworden in het consultatieproces.
Iran
Met betrekking tot Iran verwelkomden L4L en LRWC het rapport van de Speciale Rapporteur voor de mensenrechtensituatie in Iran en onderschreven alle zorgen die daarin worden geuit. Deze omvatten acties van de overheid gericht tegen advocaten en de erosie van de onafhankelijkheid van de advocatuur. Twee dagen voordat het statement werd uitgesproken vroegen zij tevens aandacht voor deze problemen in een rapport ten behoeve van de Universele Periodieke Bespreking (UPR) van Iran in oktober 2014.
De organisaties dringen aan op de onmiddellijke vrijlating van alle advocaten die gevangen zitten, worden aangeklaagd of zijn veroordeeld vanwege de legitieme uitoefening van hun beroep. Daarnaast roepen zij de autoriteiten op om de ontwerpwet voor de advocatuur die, in haar huidige vorm, het onafhankelijk functioneren van de advocatuur verder zou belemmeren, aan te passen. Zie het volledige statement hier en het UPR-rapport hier.
Myanmar
Met betrekking tot Myanmar zijn de organisaties blij te hebben vernomen dat de verhindering van en het ingrijpen in gerechtelijke procedures door de autoriteiten sinds 2011 is afgenomen. Tegelijkertijd blijven er, ondanks verbeteringen, grote uitdagingen over. In hun werk worden advocaten vaak de directe toegang tot hun cliënten geweigerd, of door het rechtbankpersoneel niet in staat gesteld dossiers te raadplegen. Er is wijdverbreide en systematische corruptie en doordat juridische stappen tegen advocaten worden ondernomen wordt misbruik gemaakt van het rechtssysteem.
Om die reden ondersteunen de organisaties aanbevelingen die gedaan zijn door de Speciale Rapporteur voor de mensenrechtensituatie in Myanmar, om de wetgeving die ziet op minachting van de rechtbank te hervormen, maar ook om de wet op de Bar Council (raad van toezicht) te herzien “om de Bar Council te transformeren in een zelfbesturend professionele vereniging die de integriteit en onafhankelijkheid van het beroep verdedigt en de professionele standaarden onderhoudt.” Zie het volledige statement hier.