Iran Hof van cassatie bevestigd veroordeling Mohammad Seifzadeh

Eind september 2013 heeft het Hof van cassatie het vonnis van het Islamitische Revolutie-hof bevestigd. In dit vonnis is Mohammad Seifzadeh veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf, op beschuldiging van “samenzwering om actie te ondernemen tegen de nationale veiligheid” en “het verspreiden van propaganda tegen het systeem”. Deze aanklachten zijn gebaseerd op een brief die hij op 21 juli 2011 aan voormalig president Khatami had geschreven, alsmede andere brieven die hij had mede-ondertekend. In de brief die hij in juli 2011 verstuurde, benoemde hij de wijdverbreide schending van wetten door de rechterlijke macht, en verklaarde hij dat er geen andere oplossing is dan om deze illegale autoriteiten, zoals het Islamitische Revolutie-hof, te ontbinden, en om de rechterlijke macht te hervormen. Verder verklaarde hij dat ongeveer 200 politieke gevangenen in de Evin-gevangenis, waar hij op dat moment werd vastgehouden, geen eerlijk proces hebben gehad.

Mohammed Seifzadeh zou op 25 maart 2013 worden vrijgelaten, daar hij zijn straf voor soortgelijke aanklachten had uitgezeten.

Mohammad Seifzadeh stond als advocaat vele slachtoffers van mensenrechtenschendingen in Iran bij en was één van de advocaten die betrokken waren bij de oprichting van het Defenders of Human Rights Center (DHRC) in 2001. Het DHRC, dat veelvuldig rapporteert over mensenrechtenschendingen in Iran, is de meest prominente mensenrechtenorganisatie in het land.