Kinshasa-blog ‘Twinning’ voor samenwerking en synergie
Democratic Republic of Congo
Nienke van Renssen –
De afgelopen dagen hebben wij allemaal de kans gehad om onze Congolese partners beter te leren kennen. Eén van de doelen van dit project is immers de jumelage, ‘het partnerschap’, waarbij wij de advocaten in Congo door één-op-één koppeling kunnen ondersteunen in hun werkzaamheden voor een rechtvaardiger systeem in hun eigen land. Voor een langere samenwerking is ook het persoonlijk contact belangrijk, er moet immers ook een synergie ontstaan tussen de partners.
Ter inspiratie voor de deelnemers is mensenrechtenverdediger Justin Bahirwe uit Bukavu, Oost-Congo, aanwezig. Hij vertelt over het goede contact dat hij heeft met mevrouw Maria Martens (Eerste Kamerlid voor het CDA) in het kader van het programma Connect2Protect van Justice & Peace. Het relatief ‘eenvoudige’ koppelen en regelmatige contact houden (eens per drie weken in ieder geval), ervaart Justin werkelijk als heel zinvol.
Maître Bernadette (voor ons: Bernadette Ficq), één van de initiatiefnemers van dit programma, heeft de taak op zich genomen om de koppels bekend te maken. De spanning is voelbaar, immers er hangt veel vanaf. Bovendien zijn we met zeven Nederlanders tegenover tweeëntwintig Congolezen. Voor Bernadette voelt het alsof ze de uitslag bekend moet maken in een grote televisieshow.
Er is geprobeerd zoveel mogelijk rekening te houden met de achtergrond en rechtsgebieden van de advocaten. Zo wordt de deken uit Kananga, in de provincie Kasai, aan onze oud-deken Germ Kemper gekoppeld. Hanno Bos (hier ‘Maitre Boss, Boss’) wordt gekoppeld uit Frank uit Lubumbashi.
En dan hoor ik wie mijn partner wordt: Maître Charlène. Ik ben erg blij met haar en zij blijkbaar ook met mij, want ze vliegt me om de hals. Zoals ik schreef in een eerder blog is zij een dappere strafrechtadvocate en staat slachtoffers van seksueel geweld bij. Bovendien heeft ze een stralende lach, geeft antwoord op al mijn vragen en is ze erg betrokken bij DdD. Naast onze partner worden we ook gekoppeld aan een tweede en derde advocaat, die we beter kunnen leren kennen en waarvoor we dan een partner zoeken in Nederland: voor mij zijn dat Philibert en Eric.
In kleine groepjes gaan we aan de slag. Maître Philibert heeft een gemengde praktijk, hij wil veel weten over het strafrecht, vooral over de voorlopige hechtenis. Hij staat cliënten bij die al weken gevangen worden gehouden zonder voorgeleiding voor een rechter, zelfs zonder dat de verdenking duidelijk is. Zonder dossier. Hij vraagt zich af hoe dit in Nederland gaat en wat hij hier aan zou kunnen doen. Sommige cliënten zitten al meer dan drie maanden vast zonder enige vorm van proces. Er ligt genoeg werk voor ons als Nederlandse advocaten. Graag willen Charlène, Eric en Philibert hulp bij het opzoeken van jurisprudentie. Ook is er een gebrek aan goede informatie en naslagwerken over verschillende rechtsgebieden.
Meerdere advocaten, waaronder ook de partners van Irma van den Berg, hebben behoefte aan meer informatie over het ‘Droit de l’environnement’. Daaronder valt niet alleen het milieurecht, maar ook ruimtelijk ordening. Dit rechtsgebied staat in de DRC nog in de kinderschoenen. De advocaten hebben behoefte aan opleidingen en achtergrond. Zo wordt ons verteld dat grote bedrijven ongestraft afvalwater kunnen lozen in de Congo-rivier. Waar dergelijke gevallen in Nederland strafrechtelijk worden vervolgd, heeft de bescherming van het milieu en de leefomgeving hier (nog) geen prioriteit. Het is begrijpelijk dat men hier wel iets anders aan zijn hoofd heeft. Het onderwerp krijgt echter wel meer aandacht, typerend voor een land in ontwikkeling. Men wordt zich bewust van de (economische) waarde van een goed woon- en leefklimaat en gezond milieu, waarvan de inwoners van het land immers afhankelijk zijn.
Omdat het uiteindelijk ook om de veiligheid van de advocaten gaat vraag ik hier specifiek naar. Alle drie de advocaten zijn op zoek naar bescherming wanneer ze optreden in gevoelige zaken. Soms als ze een dossier opvragen, is het antwoord van de officier: ‘Niet dat dossier, maître, daar zou ik me maar niet mee bemoeien.’ Philibert geeft aan dat wanneer ze weten dat advocaten in Nederland achter ze staan, zij wellicht meer door durven te zetten. Door regelmatig contact kunnen wij goed op de hoogte zijn van wat er speelt en welke gevoeligheden er spelen en mogelijk de hulp inroepen van ons netwerk indien het mis zou kunnen gaan.
We spreken af contact te onderhouden via e-mail en mogelijk via Skype en Whatsapp. Want ook in Congo heeft iedereen één (of twee of drie) smartphones, die ze dan ook graag te pas en te onpas, tijdens de conferences, gebruiken. In ieder geval weten we dat ze goed bereikbaar zijn als we straks weer terug zijn in Nederland.
Omdat wij nog niet voor alle Congoleze advocaten een geschikte partner hebben gevonden zijn we op zoek naar Nederlandse advocaten die (een beetje) Frans spreken en (samen met ons) in het kader van dit project gekoppeld willen worden aan een advocaat uit de Democratische Republiek Congo. Als u geïnteresseerd bent, neem dan contact op.