709-crackdown, de stand van zaken 2 jaar later
China
Op 9 juli 2017 was het twee jaar geleden dat de Chinese autoriteiten tientallen advocaten uit hun bedden hebben gelicht, aangehouden en op een onbekende locatie vastgehouden. Deze dag staat nu bekend als de “709-crackdown”. Sommigen voor een aantal uren of dagen, anderen verdwenen voor een aantal maanden. De internationale gemeenschap viel over deze landelijk gecoördineerde en gelijktijdige arrestatieacties van de Chinese autoriteiten die nadrukkelijk zijn gericht op mensenrechtenadvocaten.
In de maanden er na zullen de Chinese autoriteiten nog meer advocaten, maar óók hun gezinsleden en families oppakken, lastig vallen, 24-uur surveilleren, uitreisontzeggingen opleggen en ondervragen. Inmiddels staat de teller op ruim 300 advocaten en mensenrechtenverdedigers die slachtoffer zijn geworden van wat nu bekend staat als de ‘ 709-crackdown’, verwijzend naar de dag waarop de Chinese autoriteiten zijn gestart met de eerste arrestaties.
Nu is het 2 jaar later en de situatie van de Chinese advocaten in China is niet verbeterd, maar juist ernstig verslechterd.
Voor de advocaten die zich nog staande hebben weten te houden na de 709-crackdown, heeft de Chinese regering een nieuw en effectiever middel ontwikkeld om deze alsnog de mond te snoeren, namelijk met: de wet.
Net als in Nederland zijn advocaten in China onderworpen aan een advocatenvergunningsprocedure. In China is het een jaarlijkse toets. En zonder vergunning mag je niet als advocaat optreden. Op 1 november 2016 zijn twee verordeningen aangenomen waarbij de spelregels zijn aangescherpt om de vergunning verleend of verlengd te krijgen: de een bevat de regels voor advocaten, de ander regels voor advocatenkantoren.
In de verordeningen zijn nu een aantal verbodsbepalingen uitdrukkelijk opgenomen waar advocaten en advocatenkantoren zich aan moeten houden. De nieuwe verordening bepaalt dat een advocaat geen mening mag verspreiden die de staatsveiligheid in gevaar brengt of mensen ertoe aan zet de openbare orde te versturen. Ook mag een advocaat geen mening verspreiden die zou kunnen leiden tot belediging van een ander persoon door “verdraaiing van de feiten”.
Het sluitstuk van de nieuwe verordeningen is het toezicht op de advocatenkantoren. Kantoren kunnen slechts worden opgericht na voorafgaande toestemming van de lokale autoriteiten of de partij. Advocaten dienen het leiderschap van de Communistische partij te ondersteunen. Bovendien dient een advocatenkantoor ‘de opbouw van de Partij’ te versterken en een partijorganisatie op kantoor te hebben die zorg draagt voor het uitvoeren van het beleid van de Partij.[1]
De verbodsbepalingen zijn breed en onduidelijk geformuleerd. Houdt een advocaat zich naar de mening van de Chinese autoriteiten niet aan deze verbodsbepalingen dan is hij of zij de vergunning kwijt. En daarmee hun beroep, hun roeping en hun broodwinning. Zo zijn de mensenrechtenadvocaten Tang Jitian, Liu Wei, Pu Zhiqiang door dergelijke verbodsbepalingen hun vergunning permanent kwijt geraakt. Het advocatenkantoor waar de advocaat aan verbonden is en die de schending van de verbodsbepalingen niet heeft gemeld aan de Chinese autoriteiten is eveneens de vergunning kwijt. Hierdoor ontstaat er ook nog groepsdruk op de advocaten om geen de staat onwelgevallige zaken op zich te nemen. Het hele kantoor kan hierdoor niet langer bestaan.
Met de wetgeving als instrument heeft de Chinese regering een methode gevonden om enerzijds de advocaten in toom te houden, en anderzijds de internationale gemeenschap een lippendienst te bewijzen dat China een “rechtsstaat” zou zijn. Een gevaarlijke ontwikkeling die afbreuk doet aan de mensenrechtensituatie in China. Dit is de stand van zaken twee jaar na de 709-crackdown.
In een brief aan de Chinese autoriteiten hebben wij onze zorgen geuit over de voortdurende crackdown en de situatie van mensenrechten advocaten in China.
[1] Artikel 24, 37 en 40 van de MoJ Directive no. 134, Administrative Measures for the Practice of Law by lawyers, entered into force 1 November 2016