Somchai Neelapaijit 14 jaar vermist
Thailand
Veertien jaar na de verdwijning van de Thaise mensenrechtenadvocaat Somchai Neelapaijit wordt hij nog altijd vermist. Tot op heden zijn geen daders verantwoordelijk gehouden voor Somchai’s verdwijning. Somchai verdween op 12 maart 2004, een dag nadat hij de politie openlijk had beschuldigd van marteling van zijn cliënten, die in hechtenis zaten in het zuiden van Thailand. Sindsdien is niets van hem vernomen.
Kort na de verdwijning van Somchai werden vijf politieofficieren op verdenking van betrokkenheid opgepakt en vervolgd. Op grond van internationaal recht is een gedwongen verdwijning een voortdurend misdrijf, totdat bekend is geworden wat het slachtoffer is overkomen en waar het zich bevindt. Het Thaise Wetboek van Strafrecht erkent momenteel een gedwongen verdwijning echter niet als strafbaar feit, waardoor de verdachten in Somchai’s zaak alleen konden worden vervolgd voor beroving en dwang. Hoewel tegen alle verdachten ernstige verdenkingen bestonden, leidde dit in januari 2006 slechts tot een veroordeling van één van de officieren tot drie jaar gevangenisstraf voor beroving en vrijspraak van de overige verdachten. Evenwel sprak het Gerechtshof in maart 2011 alle verdachten vrij.
Vrijspraak
Op 29 december 2015 concludeerde ook de Hoge Raad tot vrijspraak van de vijf politieagenten wegens gebrek aan voldoende overtuigend bewijs. De Hoge Raad oordeelde tevens dat Somchai’s familie niet kan optreden als mede-eiser, omdat er geen concreet bewijs is dat Somchai overleden is, of niet in staat is de zaak zelf aan te brengen.
Op 5 oktober 2016 kondigde het Departement voor bijzonder opsporingsonderzoek (DSI) van het Thaise Ministerie van Justitie aan het onderzoek naar de verdwijning van Somchai te staken, omdat geen daders konden worden aangewezen en geen bewijs voorhanden was. Somchai’s vrouw, Angkhana Neelapaijit, heeft op 3 november 2016 vruchteloos bezwaar ingediend tegen de sluiting van het opsporingsonderzoek.
Universal Periodic Review
In september 2015 diende Lawyers for Lawyers een rapportage bij de VN Mensenrechtenraad in voor de Universal Periodic Review van Thailand, die in mei 2016 plaatsvond. In februari 2017 diende Lawyers for Lawyers eveneens een rapportage in bij het VN Comité voor de Rechten van de Mens voor de ICCPR Review van Thailand. In beide rapporten wijst Lawyers for Lawyers op het falen van de Thaise autoriteiten om toegang tot rechtsbijstand geboden door een onafhankelijke advocatuur te waarborgen, zoals is uiteengezet in de VN Basic Principles on the Role of Lawyers. Advocaten die werken aan high-profile zaken zijn het slachtoffer van intimidatie of inmenging. Wanneer advocaten worden geconfronteerd met intimidatie of andere belemmeringen in de uitoefening van hun werkzaamheden, moeten de Thaise autoriteiten ervoor zorgen dat deze schendingen effectief worden onderzocht. De zaak van Somchai Neelapaijit illustreert echter dat de Thaise autoriteiten er niet in slagen om de straffeloosheid van misdaden waar mensenrechtenadvocaten het slachtoffer van worden, aan te pakken.
Op 25 april 2017 heeft het VN Comité voor de Rechten van de Mens in haar concluderende observatie expliciet zorgen geuit over meldingen van martelingen en andere vormen van mishandeling, wederrechtelijke executies en gedwongen verdwijningen van onder andere mensenrechtenverdedigers, waaronder Somchai Neelapaijit. Onder andere riep het Comité de Thaise overheid op tot het uitvoeren van onpartijdig en volledig onderzoek in deze zaken.